maandag 11 december 2017

Teder is de nacht van F. Scott Fitzgerald

Iets boeit met in dit boek. Het weelderige in combinatie met het tragische waarschijnlijk. Toch vind ik het einde prettig en daar hoop ik altijd op. Het boek is soms ook wel, hoe zeg ik dat, wat weids voor mij. En niet altijd kon ik het helemaal volgen. Ik had misschien ook wel last van het zoeken naar bewijzen van wat ik ergens in een analyse had gelezen: dat het met haar goed af zou lopen en met hem niet (terwijl het in het begin zo anders is). Dat het gaat over ledigheid en verval. Daar kom ik toch liever zelf achter.

Fitzgerald schuwt het commentaar op de levensstijl van de Divers niet. Die doorsijpelende mening komt op mij bijna calvinistisch over. Maar misschien voel ik me teveel aangesproken. Nogmaals: des te prettiger is het einde al is het misschien niet zo bedoeld. Het biedt ruimte voor hoop.

Redelijk fijn taalgebruik, een willekeurig makkelijk gevonden voorbeeld: "Hij bevestigde zijn besluit terwijl hij rond de plekken late namiddagzon in zijn kamer liep." Ik moest de zin twee keer lezen en vind hem mooi nu ik hem begrijp.
Ik heb ook regelmatig moeten gniffelen, en het maakt nieuwsgierig naar psychologie.

Ik las de uitgave van Atlas Contact/LJ Veen Klassiek, vertaling door Henne van der Kooy uit 2000. Dat is een vertaling van de herziene versie, in een andere volgorde dan oorspronkelijk. Fitzgerald wilde de volgorde aanpassen, en was daar niet mee klaar toen hij overleed. Ik ben ook wel benieuwd naar de oorspronkelijke versie, maar zal die toch nooit kunnen lezen zonder te weten wat ik nu weet.

Al met al een boeiend boek over een slimme aimabele man, een vrouw die herstelt van geesteziekte, hun leven samen in (voornamelijk haar) rijkdom. Over Amerikanen in Europa in de jaren twintig van de twintigste eeuw.