maandag 2 mei 2016

Geachte heer M. van Herman Koch

Niet helemaal mijn boek dit. Ik denk dat Koch ook niet zozeer mijn schrijver is. Ik heb het boek wel uitgelezen. Het verhaal is best spannend en het leest ook lekker weg dus dat is het niet. Ik heb me ook wel vermaakt, maar het is voor mij gewoon geen topboek.

Misschien omdat alles zo dik aangezet wordt:
- leraren zijn vreselijk en sneu, allemaal
- de schrijver waar het over gaat is middelmatig en ver voorbij zijn hoogtepunt
- allerlei punten over schrijver zijn en het schrijverswereldje

Het wordt allemaal uitentreuren herhaald en heel expliciet benoemd. Ik denk dat ik het gewoon leuker vind om het te ontdekken. Ik vind het bevredigender om ergens tijdens het lezen me te realiseren: 'hee, dit is waar het eigenlijk (ook) over gaat.'

Er zitten ook wel wat platgetreden paden in. Dat een film bij een boek conflicteert met de voorstelling die een lezer maakt, is niet een heel verrassend inzicht. Hoort misschien bij het schetsen van de wereld van de schrijver, maar ik heb het liever subtieler.

Dat het verhaal vanuit verschillende perspectieven verteld wordt, vind ik wel leuk. Wat zijn de verschillen? Wat is beleving? Wat is speculatie? Wat is 'feitelijk'?
Zoals ik al schreef, heeft het ook iets spannends, iets whodunnit-achtigs. Ik wil graag weten wat er nou precies gebeurd is met die leraar. Wie heeft wat gedaan en wie weet wat? Ook zit er iets dreigends in vanuit Herman richting de schrijver en/of zijn vrouw en dochtertje. Dat maakt het onderhoudend, dat je toch door wil lezen.

Waar ik enerzijds niet zo van houd is als de schrijver zijn eigen excuus voor iets wat hij doet/wat gebeurt aanvoert. In dit geval:
"In een roman was dit onmogelijk geweest. ... In een roman zou dit ronduit ongeloofwaardig zijn. Te veel toeval. Toeval ondermijnt de geloofwaardigheid van een verhaal." Ja duh, als dit je excuus is om iets heel toevalligs op te voeren, lekker makkelijk.
Anderzijds vind ik het zeker een interessant thema: hoeveel toeval kun je in een roman hebben? Er moeten toevalligheden en bijzonderheden in zitten, anders hoef je er geen boek over te schrijven, of wordt het ten minste erg lastig om het interessant te maken voor lezers zoals ik (ik kan bijvoorbeeld erg weinig met 'Het Bureau' niet heel literair verantwoord van me, maar het is zo.). Maar als er te veel in zit, haak ik af. Waar ligt die grens? Kun je dat beïnvloeden? Hij komt er nog een paar keer op terug in het boek, en dat vind ik dus boeiend.
Hij doet dat ook met het feit dat twee personages (de schrijver en het vriendje) dezelfde voornaam hebben. Dat vond ik wel een grappig feitje. Gebeurt in het echte leven natuurlijk best vaak en zie je inderdaad niet zo vaak in een roman. Interessant is dat de auteur zijn eigen voornaam hiervoor gebruikt: Herman

Verder worden dingen niet afgemaakt
In het begin schrijft Herman: "Ja, het gaat beter met me. Toen ik vanochtend naar u keek, terwijl u haar met haar bagage de taxi in hielp, kon ik zowaar een glimlach niet onderdrukken." Nergens in het boek heb ik gelezen in wat voor zin het slecht met Herman is gegaan. Ik kan me er wel wat bij voorstellen, dat het niet goed met je gaat als je beschuldigd wordt van het laten verdwijnen van je leraar, als ook je vriendinnetje aan je twijfelt. Maar dat had ik me ook wel kunnen voorstellen zonder dat zinnetje.

Of bijvoorbeeld Stella. Mij wordt niet duidelijk waarom het een punt is dat ze in het perspectief van Herman wel wordt opgevoerd en in het perspectief van de schrijver niet. Misschien heb ik het gemist hoor. Misschien is dit zoiets wat juist heel subtiel is (wat een boek voor mij interessant maakt), maar dat ik niet scherp genoeg ben om het te ontdekken.

Zoiets heb ik ook met de zwarte-doos-passages. Ik kan er net niets mee.

Wat ik prikkelend (irritant en interessant: irrisant) vind, is dat Herman een plan heeft met de schrijver, maar dat het geen vastomlijnd plan is. Dat maakt het dreigend, zwakt de dreiging meteen weer af, of toch niet (want impulsief kunnen er rare dingen gebeuren). Dat zet ook weer aan het denken over wat hij destijds wel en niet heeft gedaan met die leraar.

Klein punt maar wel stom: de kever op de omslag is rood, terwijl de enige kever die in het boek voorkomt creme-kleurig is. Kan een knipoog naar het boek-en-film-punt zijn, maar slaat dan de plank mis, omdat dit niets met verbeelding te maken heeft.



Het verhaaltje:
Een schrijver (Herman M.) heeft een boek geschreven naar aanleiding van de verdwijning van een leraar (Landzaat) en de omstandigheden waarin dat gebeurde: hij was bij zijn ex-vriendinnetje (Laura) en haar nieuwe vriendje (Herman) (leerlingen van hem) langs gegaan en is daar verdwenen. Het boek was destijds een bestseller.
Jaren later blijkt de schrijver zonder dat hij het weet boven het bewuste vriendje te zijn gaan wonen. Het vriendje vertelt in het boek een deel van zijn versie van het verhaal, en volgt de schrijver en zijn vrouw met meer dan gemiddelde belangstelling.