zaterdag 26 april 2014

Rico's vleugels van Rascha Peper

Lekker leesboek.


Knap hoe sympathie maar vooral begrip wordt opgebouwd voor de pedofiele verlangens van Eduard. De foto op de voorkant doet me trouwens denken aan die schaatser: Falco Zandstra. Heel onhandig want dat past natuurlijk voor geen meter bij het karakter van Rico. Ook voor Rico bouw je sympathie en begrip op. Hij haalt rotstreken uit, lijkt de dingen die hij doet vooral voor het gewin te doen. Maar hij heeft ook wel heel weinig en wordt door zijn omgeving (ouders, vrienden) nou niet echt gestimuleerd het goede te doen. Uiteindelijk zit er een groot verlangen naar geborgenheid naar een vader in hem. De ellende is dat Eduard echt wel lief voor hem wil zijn, maar de koppeling met zijn erotische gevoelens vertroebelt dat. Rico is bereid / denkt bereid te zijn dat voor lief te nemen voor zijn eigen gewin.
Uiteindelijk gebeurt waar Cecile altijd bang voor is geweest: de schelpencollectie wordt grotendeels verwoest, maar ook de verliefdheid van Eduard is iets waar ze lang bang voor is geweest. Hoewel ze ook wat dat betreft 'beveiliging' zocht door contact met jonge jongens te vermijden, deed ze het minder expliciet. Op allebei de vlakken bleek haar invloed niet toereikend.

Dan is er nog het professional-vs-verzamelaar-'thema'. Net als in 'Verfhuid' merkt de professional (hier een bioloog) op dat hij als professional geen verzamelaar is/mag zijn. Schoonheid interesseert hem niet, wel de 'techniek', verschijningsvorm en afwijkingen.
En de kwetsbaarheid van de schelpen. Maar dat is nauwelijks gelinkt of uitgelicht. Ik moest wel denken aan 'De man van je leven' waar de schelpen ook een grote rol spelen.

donderdag 24 april 2014

Over de Liefde van Stendhal

Goede quotes, veel herkenbare en mooie fragmenten, maar als geheel een beetje een wazig boek voor mij. Wel een openbaring dat je dus zo kan schrijven: onzeker; chaotisch: met voetnoten, eindnoten, voetnoten in voetnoten, haakjes. Ik vind het lastig om in te schatten wat van de schrijver zelf is, wat van de uitgever, en misschien zijn er ook nog zaken toegevoegd door de vertaler. Verder veel citaten in talen die ik niet begrijp.



"De aanblik van alles wat uitzonderlijk mooi is, in de natuur en in de kunst, roept in een flits de herinnering op aan het voorwerp van uw liefde. Dat komt omdat, (...), alles wat mooi en verheven is deel uitmaakt van de schoonheid van uw geliefde, (...)."

"De eerste kristallisatie begint. U vindt het fijn een vrouw wier liefde u zeker bent met duizenden volmaakte eigenschappen te tooien. (...)
In Salzburg gooien de mensen 's winters een kale boomtak in de verlaten schachten van de zoutmijnen; twee of drie maanden later halen zij hem naar boven bedekt met een laag schitterende kristallen: het kleinste twijgje, niet groter dan een mezepootje, is bezet met ontelbare fonkelende diamanten die geen ogenblik dezelfde aanblik bieden; de oorspronkelijke tak is onherkenbaar geworden. Wat ik kristallisatie noem, is een geestelijk proces waarbij iedere gebeurtenis steeds openieuw bewijst dat de geliefde volmaakt is."

"Zeg, mijn waarde Fronsac, tussen het verhaal waaraan jij wilt beginnen en waar we nu over praten moeten nog twintig flessen champagne worden leeggedronken."

vrijdag 18 april 2014

De ziener van Simon Vestdijk

Intrigerend. Hoewel Le Roy een vreemde vogel is en dingen doet waardoor hij niet sympathiek overkomt, leef je toch een beetje met hem mee.


Later leef je meer met Dick mee. Waarom gaat hij naar juffrouw Rappange toe? Hij lijkt het zelf lang ook niet te weten. En pas als hij het aan zijn moeder vertelt, komt hij erachter. Of misschien was het daarvoor wel niet zo. Hij vertelt het aan zijn moeder om er vanaf te zijn, hij verzint het min of meer. Het blijkt daardoor waar te worden. Juffrouw Rappange doet het eerst dan ook af als onzin, maar het maakt hem niet uit of hij misschien verliefd is op de situatie of omdat hij het nou eenmaal een keer gezegd heeft.
Vervolgens blijkt Le Roy ook een grote rol gespeeld te hebben, én blijkt hij, in ieder geval in dit geval, meer een ziener te zijn dan een voyeur. Een erg betrokken ziener, die er alles aan doet om zijn gedachten werkelijkheid te laten worden, niet ten koste van anderen, maar de hoofdrolspelers zouden juist gelukkig worden.
Op een gegeven moment vergelijkt Le Roy zichzelf met God. En niet expliciet, zou je ook de vergelijking met een schrijver kunnen maken. Hij bedenkt immers wat er met de personages moet gebeuren en laat dat vervolgens ook gebeuren.
Le Roy woont nog bij zijn moeder, die weduwe is, en zijn zus. Erg veel lijken ze niet om elkaar te geven. Le Roy is vooral bezig met de schijn ophouden tegenover die twee.

Het lijkt ook een soort aanklacht tegen de bekrompen maatschappij. De hele affaire begint pas echt als er geroddeld wordt en mn juffouw Rappange zich ertegen wil verzetten. Dick gedraagt zich in tegenstelling tot zijn broer Rick met wie hij vaak over een kam geschoren wordt als een heer.

vrijdag 11 april 2014

De avonden van Gerard Reve

Wat een bijzonder boek. Het grijpt, irriteert, is herkenbaar en helemaal niet. Ik vind het altijd lastig om te bedenken wat ik echt zelf van zo'n populair boek vind. Misschien had ik het wel weggelegd als het niet de status had gehad die het heeft. Want er gebeurt wel helemaal niets. Dat is de essentie natuurlijk, maar als lezer heb je andere verwachtingen.
Gaat het over na-oorlogse braafheid en leegheid? Jaren uitgekeken naar het einde van de oorlog, en nu?



Het verhaal gaat over de laatste dagen van het jaar 1946 en wordt verteld vanuit Frits: een jongeman, woont bij zijn ouders en werkt op kantoor. 's Avonds gaat hij op bezoek bij vrienden of zijn broer, maar nergens vindt hij rust, zin, diepgang of wat het dan ook is wat hij zoekt.
Frits voert naast elk 'echt gesprek' een gesprek in zijn hoofd, waarin hij commentaar levert op zijn eigen vragen, reacties voorspelt en becommentarieert. Hij zegt vaak maar wat om maar niet niets te zeggen. Soms heel banale dingen (waar hij dan ook niet in geïnteresseerd is), soms heel kwetsende dingen.
Hij is erg bezig met (het verval van) het menselijk lichaam en dan met name kaalheid. Tijd is ook heel belangrijk. Hij wil zijn tijd goed besteden, maar nooit wordt duidelijk wat dat dan zou zijn.
Zijn dromen zijn heftig en naar. De rol van het konijn is me niet helemaal duidelijk. Hij praat met de knuffel, zoals hij soms met zichzelf praat. Tegen het einde bedenkt hij vreselijke straffen voor het konijn, die hij later weer kwijtscheldt.

(gedeeltelijk met spreeder gelezen omdat ik het al eerder gelezen had, maar het me niet meer kon herinneren)

zaterdag 5 april 2014

Journaal 1939 van Menno ter Braak

Dagboek dat begint op 3 sept 1939, de dag van de oorlogsverklaring van Chamberlain. Biedt nieuwe en tot nadenkende inzichten. Had me nooit zo scherp gerealiseerd dat veel mensen die WOII hebben meegemaakt ook WOI bewust hebben meegemaakt. Ik realiseer me weer eens dat ik eigenlijk weinig weet over de aanloop. Terwijl dat toch interessante kennis is als je herhaling wil voorkomen.

(citaten niet op volgorde)
"Radio: vóór het moment, dat misschien voor jaren over het lot van Europa beslist, Chamberlains oorlogsverklaring hedenmorgen, spreekt een juffrouw over groente in blik en draait men een stuk opera af. Terwijl Ch. spreekt, op andere stations concert."
"Eén gevoel alles overheerschend: te blijven leven tot Hitler hangt. Dit zonder eenig bijgevoel van wraakzucht. Ik haat dat individu niet, ik veracht het niet eens, maar het moet worden uitgeroeid. Daarna kan men verder zien."

"‘Voor de toekomst vechten’: een leuze, die onzinnig is voor het individu, dat niet weet, of het deel zal hebben aan die toekomst. Er is geen enkel compromis mogelijk tusschen de collectieve leuzen en de wanhoop van het individu, dat zich realiseert, opgeofferd te worden voor een ‘idee’. Sjestow"

"Iedere lust tot definitief styleeren ontbreekt sedert het begin van de chantage met Polen, ... Zelfs geen lust in schrijven; typen is minder ‘litterair’."
(Vanaf p. 12 is het manuscript in handschrift ipv getypt, CR)

"Denk ik, onder het lukraak schrijven van dit journaal, toch soms aan een lezer? Ongetwijfeld; ik constateer het aan bepaalde ‘arrangementen’. Maar deze lezer is op een aangenaam verren afstand, d.w.z. zoo vriendschappelijk dichtbij, dat hij om zoo te zeggen deze improvisaties meeschrijft."
"... na stankvrij te zijn gemaakt door een middel dat wel evenmin zal bestaan als de Blitzkrieg."

De eeuwige andere van Ina Boudier-Bakker

Een boek dat mij medium intrigeert. Veel personen met weining onderscheid tussen hoofdpersonen en bijfiguren. Een verhaal of twee te veel wat mij betreft. Ik heb dan heldere en eenduidige aanduiding nodig. Maar 'Alice' wordt ook 'freule' en 'Tan' genoemd, en van mevrouw Van Doorn blijkt een van de tijdelijke bewoners te zijn, en 'De Eenzame' blijkt dan weer niet Egidius, terwijl Egidius minstens zo eenzaam en zonderling is (volgens mij).
De setting/het verhaal is eigenlijk meer decor voor het neerzetten van haar personages heb ik het idee. Wat mij licht onrealistisch voorkomt is dat iemand die alleen op zijn landgoed woont 2 dienstbodes en een keukenmeid heeft, maar wel zeer tegen zijn zin huisjes op zijn landgoed verhuurt aan onbekenden.


De schrijfster behandelt met het gezin van John, Emilie en Victor ook het schrijverschap. Vader Victor wiens eerste dichtbundel populair was, ook onder critici, produceert al jaren niets meer en leidt een teruggetrokken bestaan. Moeder Emilie schrijft 'grappige' romans, die populair zijn, maar niet onder critici, om het gezin te onderhouden. John helpt zijn moeder, maar ontdekt door zijn eerste liefde de kunst van het verzen schrijven. Hij heeft korte tijd geen belangstelling voor het werk van zijn moeder. Emilie gaat daarop minder schrijven aan haar volgende 'vrolijke boek' maar schrijft wel een novelle, die ze aan niemand laat lezen.
"En het 'vrolijke boek'dat daar lag te wachten ...?? 'Ik zou het in een hoek kunnen trappen,' dacht ze. 'Ik walg ervan. Nú zou ik den échten groten roman kunnen schrijven. 't Lag altijd in me te wachten. Nu zou 't gaan. Zou ik 't kunnen. Het 'Andere' Boek. En nu is het te laat.' 'Maar die kleine novelle?'"

Verder gaat het vooral over eenzaamheid/verlies (Egidius die zijn vrouw en kind verloren is, de Eenzame, de freule die haar jonge liefde verliest als hij na de oorlog naar Duitsland moet vluchten omdat hij 'fout' is geweest, de freule heeft daarnaast contact/respect verloren in het dorp omdat ze met een foute man omging, de vrouw van de voetballer die er nooit is omdat hij altijd wedstrijden moet spelen), de gevolgen van een enkele (verkeerde) keuze (de Eenzame, de freule), relaties en liefde (Peter en Greta, John en Lieneke (van voorbijgaande aard), de Evenblij's, Emilie en Victor). Waarbij in veel relaties of in aanloop naar die relaties ook weer eenzaamheid voorkomt.

woensdag 2 april 2014

Penobscot met mijn opmerkingen en gedachten erbij

PENOBSCOT - een inheemse bevolkingsgroep aan de kust van het huidige Canada en het noordoosten van de Verenigde Staten

Grijs, in elke vorm van herinnering,
de zeilboot, de driftige zeiler,
het admiraalshuis, kleur van vanille,
tomaten die moeten worden ingemaakt,
mint julep, leven in een nooit    mint julep is een cocktail, een soort mojito maar dan met bourbon
van fragmenten.      

Storm, de buurman een dichter,   in Avontuur Amerika schrijft CN: 'en langs een leg en verlaten strand van de Penobscot (rivier, CR) loop ik met de dichter Philip Booth, een zwijgzame en verlegen man die uit Maine komt en mooie, maar moeilijk te vertalen zeegedichten heeft geschreven. Hij is treurig, omdat hij zijn boot, een kleine Hollandse schoener, heeft moeten verkopen'
zeeman zonder zee maar met nautische rijmen,
oud land met Franse namen, de bomen gebogen    Frans vanwege Canada
in noordelijk weten, herinnering, indianen,    inheemse bevolkingsgroep in het noorden
pelsjagers, woorden geborgen
uit antieke bordelen.

Oud zijn is dodelijk. Nu opnieuw:
de herfst die aan sneeuw voorafgaat,   winters zijn daar koud en met veel sneeuw
het schilderij zonder kleuren,
het gedicht zonder rijm, dat gouden ei
dat in de gans verdwijnt zonder spoor
na te laten,

aria van ijs en van hagel,
uitspansel van uiterste kou,
verhalen bedacht en verworpen,
waarin de zeiler verdrinkt
in een herinnerde winter
en bestaat als gedicht,

maar de laatste gedachte is aan de
gene, de vrouw die verdween
en om wie alles ging, zeiler, baai
en dichter. De lucht om dat alles
is het hoogste verzinsel, een leven
dat bestaat nu het nooit meer


bestaat.

PENOBSCOT van Cees Nooteboom uit 'Licht overal'

PENOBSCOT

Grijs, in elke vorm van herinnering,
de zeilboot, de driftige zeiler,
het admiraalshuis, kleur van vanille,
tomaten die moeten worden ingemaakt,
mint julep, leven in een nooit
van fragmenten.

Storm, de buurman een dichter,
zeeman zonder zee maar met nautische rijmen,
oud land met Franse namen, de bomen gebogen
in noordelijk weten, herinnering, indianen,
pelsjagers, woorden geborgen
uit antieke bordelen.

Oud zijn is dodelijk. Nu opnieuw:
de herfst die aan sneeuw voorafgaat,
het schilderij zonder kleuren,
het gedicht zonder rijm, dat gouden ei
dat in de gans verdwijnt zonder spoor
na te laten,

aria van ijs en van hagel,
uitspansel van uiterste kou,
verhalen bedacht en verworpen,
waarin de zeiler verdrinkt
in een herinnerde winter
en bestaat als gedicht,

maar de laatste gedachte is aan de
gene, de vrouw die verdween
en om wie alles ging, zeiler, baai
en dichter. De lucht om dat alles
is het hoogste verzinsel, een leven
dat bestaat nu het nooit meer


bestaat.