donderdag 19 december 2013

Stoner - John Williams

Het is al even geleden dat ik hem uitgelezen heb als ik dit schrijf (19 jan 2014).
Leest lekker weg. Ik voelde grote sympathie voor Stoner. Recensies gebruiken grote woorden om vooral de emoties die het boek oproept te beschrijven. Het boek raakte mij zeker: ik voelde geluk toen hij zijn echte liefde gevonden had, was teleurgesteld toen zijn huwelijk zo snel niet bleek te werken, kon meevoelen met zijn liefde voor literatuur en was blij op het moment dat zijn lessen goed liepen. Toch vind ik het niet 'verpletterend', wel gaaf.
En ook met de flaptekst ben ik het niet eens. Ik vind niet dat hij faalt op het gebied van literatuur en liefde. Hij slaagt ook niet grandioos, maar er zit iets tussen falen en grandioos slagen. Hij kent tenminste echte liefde en geniet daar ook een tijd van. Er is een tijd dat zijn colleges briljant zijn.
Heel gaaf vind ik dat het boek boeit terwijl het leven van Stoner relatief gewoon is (in een recensie las ik 'saai', dat is het niet. Wederom: ook niet hemeltergend spannend, maar saai is het niet. Hij maakt keuzes tegen de verwachtingen van zijn ouders, heeft een minnares, heeft zijn boek als project. Er zijn overigens ook wel elementen die het minder gewoon maken: de relatie met zijn vrouw is zonder reden buitengewoon slecht. Ik kan me twee dingen herinneren waar ik echt verontwaardigd over was: dat zij de goede relatie tussen hem en zijn dochtertje kapot maakt (ook ten koste van het dochtertje) en dat ze zijn werkkamer afpakt. (En natuurlijk is het sneu dat hij op de bank moet slapen en geen mentale en fysieke liefde van haar krijgt. Maar hij zal de enige man niet zijn die dat overkomt, en daar staat later min of meer een minnares tegenover.)

Vreemd trouwens dat het oorspronkelijk verschenen is in 1965, en nu zo populair is.

zondag 15 december 2013

De man van je leven van Arthur Japin

Vermakelijk verhaal, maar niet mijn favoriete Japin.
Te kluchterig, te veel fouten: "Ik heb nooit eerder tegen je gelogen", terwijl ze kort daarvoor een smoes had verzonnen om niet mee te hoeven op reis en dat zojuist uitgebreid besproken was. Zo dom zijn mensen niet. Te weinig eye-openers/verrassende inzichten. Dat bij familiedrama's de motivatie om 'je geliefden mee te nemen' is, dat je ze niet alleen achter wil laten met de ellende, is voor mij zo ongeveer de eerste die me te binnen schiet.
De symboliek van de kreeften en schelpen ligt er wat te dik bovenop (hoewel wel raak). Ook de 'manifestatie van de dood' is weinig vernieuwend. Het geschuif met de (vermeende) regie, en geheim op geheim stapelen is te veel gedoe.
Was het dan allemaal kommer en kwel. Nee, helemaal niet. Het leest als een trein. En dat komt toch door zijn taalbehandeling denk ik.

zaterdag 30 november 2013

Ham, spek en worst - een kinderfeest van Bordewijk (uit: Bij Gaslicht)

Een beetje een sneu verhaal over een kinderfeest dat meer een volwassenenfeest is omdat er allerlei spelletjes worden gedaan ten koste van de kinderen. Verder vind ik er niet zo veel van.

maandag 25 november 2013

Verbrande erven - een plaatsbeschrijving van Bordewijk (uit: Bij gaslicht)

Ik heb nu de versie gelezen die in de tweede druk van "Bij gaslicht" staat. Het is ook los verschenen onder pseudoniem Emile Mandeau.


Is natuurlijk extra interessant omdat het over Schiedam gaat. Een boerenmeisje, Neel, gaat logeren bij haar tante met gezin in de stad. Uitvoerig wordt de stad beschreven als zij er doorheen loopt. (Daarbij wordt af en toe verwezen naar een archivaris die het anders zou brengen.) Een deel is herkenbaar:
"Langs het water van de Lange Haven met de grote herenhuizen, door oude pakhuizen onderbroken, was het toch wel deksels mooi, ..."

Maar ik begrijp de beschreven daken niet (die ze ziet als ze op de toren staat) "En van een vierkant pand zag zij het zwarte dak, vierkant opgeglooid, en in het midden was het als verdwenen, schuinsweg ingezonken tot een puntdak, maar dan ondersteboven, de punt omlaag. - Dat is de distilleerderij van Schewe, zei de man."
Ook het leven in de stad krijg je zijdelings mee. Neels oom -Pa Baas- is meesterknecht.
Verder valt het verschil tussen boerenkinderen en stadskinderen op. Neel zegt een paar keer wat over het weer, maar opvallender is dat ze vrijpostiger is en erop los liegt, terwijl de stadskinderen dat zondig vinden en ook veel beter luisteren naar hun moeder. Overigens vertelt Neel graag verhalen. Bijgeloof speelt daarin een rol, en de grens tussen liegen en verhalen vertellen is onduidelijk.
Er is aantrekkingskracht tussen Neel en de oudste zoon, maar hij vindt haar te boers gekleed en haar tanden en tandvlees lelijk terwijl ze verder best knap is. Hij mijdt haar.

Neel ziet op verschillende plekken een kat, of tenminste kattenogen. Het begint al als ze aankomt met de trein. Wat is het precies? Levendige fantasie?

En ik wist niet wat een okshoofd is:
Een okshoofd is een inhoudsmaat in de vorm van een groot vat, dat vroeger voor wijn gebruikt werd. De maat wordt echter ook gebruikt voor azijn, bier, tabak en suiker. Een okshoofd bevatte zes ankers (een klein vaatje van 35 liter, ofwel 45 flessen.).
De Engelse naam voor een okshoofd is hogshead. In het Frans heet een okshoofd Barrique, of Pièce.
Als verklaring voor het woord wordt soms genoemd dat het vat zo groot was, dat er een ossenhoofd in paste. Deze verklaring lijkt echter onwaarschijnlijk.

Rosaura Salontis - een levensloop van Bordewijk (uit: Bij gaslicht)

Absurd verhaal, maar ook weer niet zo absurd omdat de opvallendste absuriditeiten ook als zodanig worden voorgesteld. Het begint lekker: "De regen pitte driftig op het smal bakstenen pad van de Fnidsen, ..."
Waar in Knorrende beesten nog auto's als personen optreden -niet realistisch- is hier sprake van mensen die meer op dieren lijken. Hoewel moeilijk te geloven dat het echt zo ver ging (tot en met de hondensnuit en het gedrag), toch dichter bij de realiteit dan de Knorrende beesten.




zondag 24 november 2013

De kraai van Kader Abdolah

'De kraai' bevat een fiks aantal citaten uit de Nederlandse literatuur. Ik vond het leuk om de citaten in een andere context te lezen. Ik las ze ook echt anders. Verder is het verhaal wat hij vertelt zeker interessant en prima geschreven. Weing opzienbarends, maar dat zit misschien al voldoende in de citaten. Of misschien toch: hoe hij zich voorstelt als makelaar in koffie, vervolgens duidelijk maakt dat hij dat niet echt is (alleen maar om geld te verdienen), dat hij eigenlijk schrijver is, en een paar keer als schrijver even het woord rechtstreeks tot de lezer richt.

‘Soms vertel ik dingen waarvan ik twijfel of ze waar zijn, maar tot mijn verbazing komen ze geloofwaardiger over dan de waarheid’.

Hij vertelt hoe hij in Iran min of meer zich bij de socialisten aansluit. Eigenlijk wil hij alleen maar schrijver worden. Via Turkije wil hij naar Rusland vluchten, maar Rusland valt uit elkaar. Hij komt in Nederland terecht. Voor een betere plek heeft hij geen geld. etc
Er zitten veel autobiografische elementen in.

dinsdag 19 november 2013

Lijken op Liefde van Astrid H. Roemer

Moeilijk, te moeilijk voor mij. Te ingewikkelde relaties, te ingewikkelde wisselingen van perspectief, te ingwikkelde tijdsprongen (hoe heet dat?), te ingewikkelde setting, ...
De combinatie is te moeilijk voor mij. Ik heb het wel uitgelezen en me af en toe vermaakt.

Het gaat over leven en dood. Familie, relaties en religie. Kinderen, abortus, Suriname, ...



Cora heeft ooit de gevolgen van een moord op moeten ruimen. Alleen haar man wist het, hij heeft haar erbij gehaald en geholpen. Later in haar leven realiseert ze zich dat het overlijden van de stiefbroer van haar man rond dezelfde tijd was. Hij is onder verdachte omstandigheden overleden.
Cora gaat op reis, ze heeft de sleutel van een kluis in Nederland met spullen van de vermoorde vrouw. Ze heeft vermoedens over wie de moord gepleegd kan hebben of er op zijn minst iets mee te maken heeft, ze zoekt hem op in Amerika.

woensdag 2 oktober 2013

Spitzen van Thomas Rosenboom

Een echte beklemmende Rosenboom met bedrog als belangrijk thema. Hoe Han, de hoofdpersoon, vooral zichzelf bedriegt. Het overspel en gelieg van Esther is het meest expliciet aanwezig, maar Han bedriegt zichzelf door voor zichzelf  te bedenken dat hij de enige is die niet bedrogen wordt.

Han heeft kinderachtige trekjes. Hoe hij opkijkt tegen Machteld "... was hij zich gaan koesteren in het overwicht van haar onwankelbare kennis - zij wist meer, deed alles beter en diepgravender dan anderen" en hoe hij dansschoentjes van Esther steelt als ze nog wil gaan dansen.
Han is misschien niet echt eenzaam -hij heeft immers Machteld en ook schaakvrienden- maar wel op zoek naar een vrouw. Hij begint het verhaal alleen dansend, wat ik een heel stoere actie vind. Maar algauw kom je erachter dat het meer onbedwingbaar verlangen was dan lef. Ook in zijn acties aan het einde van verhaal lijkt hij schaamteloos, maar al snel krijgt hij spijt. Ook wel omdat hij ten slotte inziet dat het niet Shanna is die hem bedrogen heeft, maar Esther.
Fijn om te lezen, het beroert en ik vind het taalgebruik mooi.

dinsdag 17 september 2013

Beatrijs van een anonieme auteur, vertaling Willem Wilmink

Gelezen op de e-reader; Theo Knippenbergs bulkboek, literaire klassieken 3: De Beatrijs (eerste deel)

Leuk om zo'n oud stuk te lezen, de vertaling helpt wel heel veel.
Beatrijs is een heldin omdat ze terugkeert naar het klooster en haar zonden opbiecht. Ik weet het niet hoor. Nou gaat het niet zo makkelijk als ik hier schets, er gaat een innerlijke strijd aan vooraf, maar toch. In mijn belevingswereld zijn er heel wat vraagtekens te zetten bij haar gedrag, en daarom verbaast het gemak waarmee alles goedkomt me. Dat ligt waarschijnlijk aan mijn belevingswereld.


woensdag 14 augustus 2013

Kollektieve schuld van Edgar Cairo

Ondanks dat het boek grotendeels in het Nederlands is geschreven, vond ik het moeilijk te volgen. Waarschijnlijk omdat de gebruiken en cultuur behoorlijk vreemd voor me zijn. Ik heb het wel uitgelezen en er zeker wat van opgepikt over Suriname. Misschien moet ik het binnenkort nog eens lezen omdat ik Suriname nu beter ken.

Gebaseerd op beschrijving in Wikipedia:
Kollektieve schuld speelt zich af in Suriname in de jaren zestig. Vanwege problemen van familieleden wil ma Lien met de familie een reeks wintirituelen organiseren. Zij hoopt dat dit alles in orde brengt doordat de familieleden alle schuld van zich afwassen.
Aan het hoofd van de familie staat Ma Marjana die aan een ernstige oogziekte en reumatische aandoeningen lijdt. Ma Lien is haar dochter. In het eerste hoofdstuk zoekt Lien alle familieleden op om financiële hulp te vragen zodat ze de benodigdheden van de rituelen kan kopen. De meeste verwanten staan negatief ten opzichte van de winti die ze afgoderij (in het Sranan afkondré) noemen, maar allemaal geven ze haar wat geld. Rudi, de zoon van Ma Lien komt uit Nederland, met zijn blanke vrouw, hun baby en het dochtertje van de vrouw.
De wintipré zal op een bosgebied buiten de stad plaatsvinden, op een voormalige plantage. De bewoners van het gebied nemen ook deel aan de wintipré. Naast de magische handelingen wordt er gezongen en gedanst, en de oudere mannen die er wonen vertellen tori’s.
Dan volgt de wintipré. Bijna iedereen raakt in trance en wordt door verschillende geesten en goden (winti) in bezit genomen. Ook Ma Marjana wordt door een bosgod in bezit genomen. In het daaropvolgende tekstgedeelte spreekt zij als ik-verteller en aan het einde van dit stuk komen we te weten dat ze overleden is. Daarop volgt een gerechtelijk onderzoek waaruit blijkt dat Ma Marjana aan een bloeding in haar hersenen stierf, ten gevolge van “een toestand van lichamelijke en geestelijke opwinding”. Deze opwinding werd volgens het gerecht door de wintipré veroorzaakt. Iedereen die er aan deel nam, wordt streng bestraft.

zaterdag 10 augustus 2013

De bende van Jan de Lichte van Louis Paul Boon

"Een schelmenroman" en dat is wat het is. Hoewel, 'schelm' roept bij mij associaties op met 'kwajongen'. Misschien een kwajongen die te ver gaat, maar in dit boek gaan ze een stuk verder.

Je wordt er als lezer lekker bij betrokken. Ik had steeds het gevoel dat er eigenlijk een toneelstuk of televisieserie van gemaakt moet worden. De beelden verrezen moeiteloos voor mijn ogen. Zal ook wel gebeurd zijn toch? Hoofdpersonen die zich vermommen doen het altijd goed, en ook het feest en de kermis lenen zich voor mooie beelden.



Jan wordt slim neergezet. "hij kent zijn Frans ... Zelfs de baljuw van Velsiecke, zelfs de burgemeester van Hundelghem kennen hun Frans niet. Haar Jan wel." Hij is het brein achter de bende.

"'Alleen voor de dommeriken zijn er slechte tijden,' zegt hij. 'Alleen volk dat zijn plan niet weet te trekken beschuldigt er de tijden van, of het weer, of de oorlog, of om het even wat. Alleen sukkelaars van stielmannen beweren dat zij slecht alaam in handen hebben.'"

Ergens tegen het einde realiseert hij zich dat hij iets in gang heeft gezet, waarover hij de controle is verloren. Iets met een steen aan het rollen brengen en hem niet meer kunnen stoppen. (ik kan het citaat niet meer vinden).

Jan zet de bende sociaal op. Zijn ideeën over geweld heb ik niet helemaal scherp. Er wordt vaak aangehaald dat hij vindt dat er zo min mogelijk geweld gebruikt moet worden. Toch zie ik hem - ook vroeg in het verhaal - flink wat geweld (laten) gebruiken, waar het m.i. ook wel wat minder kan. Als Tincke kapitein wil worden, zegt Jan dat hij eerst moet bewijzen dat Jan in hem zijn meerere moet zien. "... En nog vóór Tincke zich heeft kunnen rechtzetten krijgt hij zo een geweldige vuistslag in het gelaat, dat hij met stoel en al tegen de grond slaat, en het bloed tot in het gelaat van lange Gabriel spat. ... 'Ik zou u kunnen bewijzen, Jan de lichte, dat ik uw meerdere ben. Maar ben ik sterk genoeg, ben ik misschien de rapste in het gevecht met het mes, ik ben toch niet zo sluw als gij."
Tja, ik vind dat niet sluw, maar lomp en achterbaks. De omslag na de ontering van Mie vind ik dan ook niet zo groot, terwijl die wel groots wordt neergezet. Dat komt waarschijnlijk doordat ik toch vrij ver weg sta van het geweld. Als je dichterbij zit, zie en voel je meer verschillen. En het is wel zo dat Jan z'n principes (waar ik de finesse niet helemaal van doorgrond) helemaal laat varen.

Het geeft een beeld van het leven eind 18e eeuw. Hoe waarheidsgetrouw het is weet ik natuurlijk niet, maar ik kan me er wel wat bij voorstellen. Opvallend bijvoorbeeld dat geld nog niet echt een plaats verworven heeft. Arme mensen hebben meer aan een mooie lap stof dan aan munten.

En dan nog de jonge meisjes die verliefd zijn op Jan de Lichte. Sarah die dat als Boheemse heel expliciet uit, en Marieke die een stuk bedeesder is.

zaterdag 3 augustus 2013

Ik omhels je met duizend armen - Ronald Giphart

Beter dan ik verwacht had. Haha, een schrijver die zo veel over seks schrift en zo populair doet, kan natuurlijk niets zijn. Maar ik vond het leuk en pakkend om te lezen. Hij vermaakt me met zijn taalgebruik. Het (taalgebruik) komt slim maar niet ingewikkeld over, of alledaags maar toch bijzonder en spits/scherp. Zoiets. Een beetje: 'kijk zo leuk kan taal zijn.', en dan zonder daar vervelend bij te zijn.



Het La-palma-decor en bijbehorende verhaallijn en flash-backs lezen makkelijk weg als verhaaltje maar gaan soms ook wel iets dieper. De verhaallijn over zijn zieke en stervende moeder leest op een andere manier ook makkelijk weg. Soms misschien wat te. Fijn hoor, dat jullie er met z'n allen zo goed mee om konden gaan. Het klinkt ondanks dat er wel degelijk ellende beschreven wordt, toch wel allemaal rozengeur en manenschijn. Het lukt wel erg goed om er het beste van te maken. Vind ik dan ergens ook wel heel aandoenlijk, dat hij daar blijkbaar niet te stoer voor is. Terwijl ik hem eigenlijk al langer niet meer stoer vind, maar gewoon wel cool. Tenminste wat hij neerzet in de media.

Doet wel knap eigenlijk: dat ik hier nu z'n positief verhaaltje zit te schrijven en dus zo'n gevoel heb, terwijl het toch best beroerd eindigt. Niet dat het een typisch echte-vrienden-groepje (inclusief zijn zwangere vriendin) was dat hij beschreef en waar niets meer van overblijft, maar toch. Hoopgevend is dat hij Samarinde spaart bij zijn wraakactie.

zaterdag 27 juli 2013

Belofte aan de wereld van Abdelkader Benali e.a.

Under construction

Een bloemlezing van verhalen over het kind, of dat is in ieder geval het thema. De bloemlezig is samengesteld in het kader van de boekenweek met als thema 'schrijven tussen twee culturen'.
Veel verhalen zijn speciaal voor de bundel geschreven. Voor zitten er goede verhalen en minder goede tussen.

Kort mijn indrukken:

De helige vertoning - Les Murray
Een gedicht dat proza lijkt, maar het ritme danst je hoofd in tijdens het lezen. Mooi.

De beste manier om iets te vangen - Fouad Laroui
Het lijkt me net iets te veel op een verhaal voor kinderen. De titel is intrigerend, m.n. de uitbreiding in het verhaal: "De beste manier om iets te vangen is met woorden". En de zoektocht van de jongen (Sami) is aansprekend. "Maar je hoeft de vogel niet te vangen! Het is voldoende als je hem goed bekijkt, zelfs van ver. Dan kun je hem heel precies beschrijven. En als jij hem als eerste een naam geeft, dan zal het jóúw vogel zijn." (nadat de jongen eerst geprobeerd heeft als een kat een vogel te vangen).
Voor als hij een onbekende plant vindt, heeft hij al een naam: faren-fan-Sami.

Bijna groene ogen - Gabriel Inzaurralde
Verhaal dat lekker wegleest. Science-fiction over een maatschappij die 'wordt beheerst door een aangeneme technologie, die elke vorm van wrijving en lawaai heeft uitgebannnen'. Of eigenlijk meer over het leven buiten die maatschappij en de overlap, en de spanning die dat oplevert.

Lisa de Rooy - Hoda van de hemel
Het is niet mijn type verhaal en het gebruik van niet-Nederlandse woorden komt op mij gekunsteld over. Volgens mij heeft ze het helemaal niet nodig om de benodigde context of sfeer te scheppen. Toch wel van genoten: het enthousiasme van Hoda; prima taalgebruik, dat opmerkelijk clean wordt als de engel aan het woord is.

De proef van Aam - Rashid Novaire
Leest lekker weg. Het eindigt natuurlijk sneu, maar dat zat eigenlijk al in de naam die hij kreeg.

Lila en de lichten - Sylvia Iparraguire
Leest prima weg, maar als je het gelezen hebt, ben je niks verder. Lila heeft het druk voor een kind en wordt net niet voldoende gestimuleerd en geholpen om goed te leren. That's it.

Vogeltaal - Stephan Enter
Over vriendschap, machtsverhoudingen, andere culturen. Het scheelt als je iets weet van het verhaal van Old Shatterhand en Winnetou.

De test - Abdelkader Benali

Het huis met het torentje - Friedrich Gorenstein

Misverstand - Astrid H. Roemer

Raviva - Chazia Mourali

Reis naar het centrum van Europa - Borislav Cicovacki

De radio - Kader Abdolah








dinsdag 23 juli 2013

De beste manier om iets te vangen - Fouad Laroui

Het lijkt me net iets te veel op een verhaal voor kinderen. De titel is wel intrigerend, m.n. de uitbreiding in het verhaal: "De beste manier om iets te vangen is met woorden". En de zoektocht van de jongen (Sami) is aansprekend. "Maar je hoeft de vogel niet te vangen! Het is voldoende als je hem goed bekijkt, zelfs van ver. Dan kun je hem heel precies beschrijven. En als jij hem als eerste een naam geeft, dan zal het jóúw vogel zijn." (nadat de jongen eerst geprobeerd heeft als een kat een vogel te vangen).
Voor als hij een onbekende plant vindt, heeft hij al een naam: faren-fan-Sami.

En gewoon mooi, helemaal aan het begin van het verhaal: "Bij hen thuis hielden ze niet van gepraat. Ze hielden van elkaar. Dat is het belangrijkste." Niks mis met praten, vind ik, maar toch een mooi stukje.
Of leuk: "[De dokter] stelde Sami veel vragen, maar Sami antwoordde niet omdat hij naar de stropdas van de dokter keek. Als je er nou eens hard aan trok, zou dat pijn doen?"

Het verhaal laat een kinderlijke naïviteit en geestdrift zien, en stipt wat wonderlijke aspecten van taal aan. "Sami wist niet wat Marokkaans, Frans, stadstaal of plattelandstaal was." ... "Het jongetje begreep uiteindelijk dat hij in plaats van woorden uit te vinden, beter al bestaande woorden kon gebruiken omdat je daar vroeg of laat toch bij terugkwam."

Het is een verhaal uit Belofte aan de wereld.

zaterdag 20 juli 2013

Vijftig van Marcellus Emants

Heerlijk qua taal. Pas als ik stukjes nalees om er achter komen wat er zo heerlijk is, valt me op dat het eigenlijk heel clean gescheven is. Ik vind geen superlatieven, geen dubbele bijvoegelijke naamwoorden, geen liederlijke bijzinnen. En toch is het geen droge beschrijving. "beneden roezemoesde de rumoerige straat" Nou, dat vind ik er heerlijk aan, denk ik.
En natuurlijk die paar oude woorden, en de inkijk in het leven in die tijd (eind negentiende eeuw): trijp, omberen, elkaar met mevrouw en meneer aanspreken ook als je behoorlijk close bent, mannen die met elkaar gaan roken na het diner, zomaar wat voorbeelden.



Ik kan me natuurlijk niet vinden in Emants' sombere kijk.  Ik vraag me af wat er nou werkelijk aan de hand was tussen haar en hem (maar het is natuurlijk raar om als lezer te vinden dat de schrijver met een verkeerde blik kijkt en weergeeft, dat er misschien wel iets anders gebeurt dan hij beschrijft). Waarom praatten ze er niet beter over? Waarom vraagt hij niet door? Waarom zegt hij niet wat het met hem doet? Ach, misschien doet hij het eigenlijk wel, maar gaat zij er niet op in, houdt het af. Dan is het dus toch een soort van hopeloze liefde. Hij negeert alle signalen, ook die van haar, dat dit niet de vrouw van zijn dromen is, en zij houdt hem dan maar aan het lijntje. Eigenlijk houden ze elkaar en zichzelf voor de gek. Zij lijkt er alleen een stuk minder last van te hebben.
Mooie schets van de verwarring: "Er was te veel waars in haar heftige uitval, (...) en toch sprak zij van haat en vernederen, terwijl hij alleen dacht aan liefde en opheffen." (waarbij 'opheffen' 'omhoog halen, beter maken' betekent)
Het valt me op dat Ravens een paar keer wat hij doet als jongensachtig of kinderachtig bestempeld. Hij is bang om (alleen) oud te worden.
De enige gelukkige relatie in het boek is die tussen Ravens en zijn jong gestorven vrouw. Toch, als hij in de trein zit, op weg naar Monte Carlo, denk ik: wie weet wat voor goeds er nog gaat gebeuren. Zo oud is vijftig toch niet? Maar dat is natuurlijk niet de tekening van het boek, niet de sfeer die opgeroepen wordt. "Weer rond gaan dwalen in den vreemde, de lege tijd vullend met wandelingen, babbeltjes, kaartspelen, (...) altijd geplaagd door het verlangen om nog eens ... voor 'laatst ...?" (...) "Thans is voor mij de tijd aangebroken om me te gaan vergenoegen met la dernière passion, qui me reste." Misschien is het dat woord 'passion' waardoor ik toch hoop houd.


dinsdag 9 juli 2013

Het Geheim van Anna Enquist

Heerlijk zoals ze over muziek schrijft. Je wordt meegevoerd zoals dat ook met muziek kan. [spoiler ahead]


Eigenlijk wel een fijn open einde, want je hoopt dat Wanda en Bouw elkaar weer vinden en eeuwing bij elkaar blijven, maar als het zo zou zijn, zou het cheesy zijn, en eigenlijk ook wel sneu voor Bouws nieuwe vrouw. En of het wat zou worden? Wanda is toch een beetje een autistisch genie, maar misschien nu ze niet meer piano kan spelen, tenminste niet meer zodat het haar leven kan vullen. ..

Naast muziek en geheimen gaat het over ouders en kinderen, en gelukkige en ongelukkige relaties. Egbert die heel beschermend is ten opzichte van Frank, het mongloïde broertje. De relatie tussen Wanda en Egbert is moeizaam, af en toe komt er een liefdevolle vader boven, maar vaker zie je (door de ogen van Wanda) een niet-betrokken man. Tegen Emma is hij vaak autoritair, met de beste bedoelingen, dat wel.
Mooi is dat de band tussen meneer De Leon en Wanda altijd goed is geweest, ook al wist zij niet hoe het zat. Hoefde ook niet, de band van de muziek was belangrijk. Later krijgt ze nog een bijzondere band met een Joodse dirigent en blijkt Israel de enige plek waar ze geen last heeft van haar gewrichten.
Emma bloeit op in haar relatie met Guido, maar Wanda en Emma hebben hoewel liefdevol ook niet echt diepgaand contact.

zaterdag 29 juni 2013

Trots en vooroordeel van Jane Austen

Een klassieker die je natuurlijk gelezen moet hebben. Dus laatst op het station gekocht toen ik lang moest wachten. Het begin is leuk en interessant, maar daarna is het meer van hetzelfde en komen de karakters op mij over als karikaturen. Misschien ligt het aan de vertaling, misschien ligt het aan de ouderdom, misschien ligt het aan mij. Ik denk dat je er een vermakelijke film van kunt maken, en dat is natuurlijk ook al 100 keer gebeurd. Misschien heb ik ook niet geduld genoeg. Kan best zijn dat de ontwikkeling van Elizabeth geplaatst in haar tijd toch een interessant verhaal oplevert, maar dat dat pas wat verderop duidelijk wordt. [spoiler ahead]



Het helpt ook niet dat je al weet dat Elisabeth en Darcy 'meer voor elkaar voelen dan ze in eerste instantie willen toegeven'.  Voor mij wordt vervolgens elke expliciete twijfel een berichtje van de schrijver: "Zien jullie wel, beste lezers, dat het er nu al in zit?" en dan voel ik me net zo'n soapkijker vlak voor de reclame. Je moet het in de tijd zien (lezen) natuurlijk, maar ik kan niets doen aan dat gevoel.

vrijdag 21 juni 2013

Oesters van Nam Kee van Kees van Beijnum

Ik heb stukken van de film gezien voor ik het boek las. Voor mij slaat dat het boek dood. Ik zie steeds die beelden voor me, weg is mijn eigen beeldvorming. Bij de stukken over Frankrijk/de pony konden mijn gedachten wel lekker los, want daarover heb ik niets gezien.
Ik vond het geen briljant boek, maar dat kan dus ook komen doordat ik de filmbeelden niet uit mijn hoofd kreeg. Ik voelde wel sympathie voor Berry, had continu het idee dat het allemaal wel meeviel wat hij deed, terwijl dat natuurlijk niet zo is. Slechte vrienden hebben, of een slechte vriend zijn?
Mooi thema vind ik de perceptie van de waarheid. Berry heeft duidelijk een ander beeld van zijn vader dan dat zijn oudere broer heeft. Omdat zijn vader dood is, is het in ieder geval niet meer met hem te bespreken.


vrijdag 7 juni 2013

Dubbelspel van Frank Martinus Arion

under construction

Mooi boek. Terwijl het boek herinneringen oproept aan het trage leven op Curacao, hangt er een spanning die het dynamisch maakt.

zondag 5 mei 2013

De wereld gaat aan vlijt ten onder

Intrigerende titel, en inhoud ook wel. Het boek heeft voor mij een vreemde sfeer. Mischien wel omdat ik me net niet met Alec kan identificeren. Het komt dichtbij: hij is ongeveer even lui en hij is ook geïnteresseerd in techniek. Maar hij heeft niet echt een thuis en lijkt dat  (in ieder geval in het begin) ook niet te missen. En hoewel hij wel geïnteresseerd is, gelooft hij er niet in dat techniek vooruitgang kan opleveren.


Dat is ook wel de boodschap van het boek. Misschien wel vooruitgang op kleine vlakken of op vlakken waar echt iets mis is, zoals Bert die voor doven gaat werken, maar niet groots en worldchanging. Die boodschap lees ik wel, maar ik ben het er natuurlijk niet mee eens. Ik zou het supercool vinden als de uitvindingen in het boek echt zijn. 'Beam me up, Scotty' ik ben erbij.
Er zit zeker wel wat in de opmerkingen van Alec. Het heeft iets raars supersonisch snel te reizen om vervolgens in een hangmat te gaan liggen. Toch denk ik dat dat een kwestie van wennen is. Als ik binnen een half uurtje in Zuid-Frankrijk zou kunnen zijn, zou ik dat denk ik toch doen ook om daar alleen van de zon te genieten. (Als de randvoorwaarden tenminste redelijk zijn.)
De personages zijn behoorlijk genuanceerd (niet allemaal natuurlijk), maar het decor niet, dat is zo plat als een dubbeltje. Natuurlijk zit er achter de techniek groot geld en een geoliede machine, en is alles clean en geheim en overdreven goed geregeld. Natuurlijk was Oakdale lieflijk en de natuur schitterend. Dat is een beetje blehh.

zondag 28 april 2013

De rode loper van Thomas Rosenboom

[Boek vlak voordat ik het uithad bij Nienke laten liggen, dus een leesgat.]

Het boek leest makkelijk weg. Dat is lekker, maar echte nadenkmomenten kan ik me niet herinneren. De maatschappijkiritiek die achter de rode loper zit is niet verrassend, weinig nieuwe inzichten. Maar misschien heb ik ze gemist. Veel recensies zetten Lou weg als zielige figuur. Ik heb wel bewondering voor zijn rust, veerkracht en innovativiteit. Daar zitten zeker ook sneue kanten aan omdat een groot deel noodgedwongen is, maar ik vind het toch inspirerend. Lou had ook alleen zijn uitkering kunnen trekken en verder niets doen (dan was het een saai  en dus waarschijnlijk geen boek geworden). [Spoilers ahead]


Om de eerste bladzijdes heb ik moeten lachen. Hoe de jongens redeneren tot de bijstand in gaan een goede daad is; vermakelijk. Toch blijken ze allebei inderdaad niet verschrikkelijk lui. Vooral Lou is eigenlijk hartstikke ondernemend. Gaandeweg komt Eddie met de meeste ideeen en voert Lou ze op eigen wijze uit. Lou lijkt niet bang voor verandering en wars van wat anderen vinden of verwachten. Als roadie claimt hij ook zijn aandeel in het optreden, niet een gezochte rol, maar spontaan ontstaan en vervolgens in stand gehouden.
De rode loper lijkt misschien een oppervlakkig fenomeen, maar hij helpt mensen ook. Niet alleen Lena, maar ook Lou. Hij ontwikkelt zich van roadie zonder rol, via roadie met rol, 'producer' met invloed, regisserende cameraman, organisator van de rode loper totdat hij zelf over de rode loper loopt samen met Lena. Het valt op hoe zorgzaam hij voor Lena is. Het hele boek lang blijft Lou eenzaam. Hij heeft er soms meer last van dan anders. Als hij buiten zit te wachten op klanten die niet komen en met zichzelf weddenschappen afsluit of hij het eerst een hond zal horen of een vrachtwagen, dat zijn wel trieste momenten. Maar hij komt er altijd weer uit.

woensdag 24 april 2013

Oeroeg van Hella S. Haasse

Heerlijk lezen, hoewel heerlijk misschien niet het juiste woord is.


Vanaf het begin hangt er een dreiging boven het verhaal dat er iets mis zal gaan. Oeroeg neemt de dingen in het leven zoals ze komen, en dat lijkt ook te gelden voor de vriendschap. Lijkt, want omdat alles vanuit het perspectief van de andere jongen verteld wordt, is het zijn observatie. Vanaf het vroegste begin houdt Oeroeg bewust of onbewust enige afstand. Toch houdt de band stand zolang ze dicht bij elkaar blijven.
Ondanks de dreiging is het ook een mooi verhaal over een min of meer onbezorgde jeugd en spelen en opgroeien in de mooie Preanger (de in Nederlands-Indië gebruikte aanduiding voor het het bergland ten zuiden van de zogenaamde 'Ommelanden' rond Batavia).
Oeroeg wordt vaak gezien als een boek over vriendschap die teloor gaat. De vriendschap die de verteller voelt voor zijn Oeroeg gaat echter niet over. Hij raakt alleen zijn Oeroeg kwijt, en bovendien beseft hij dat hij Oeroeg nooit helemaal gekend heeft. 'Ik heb zelfs het vermogen verloren hem te herkennen.' en 'Het is overbodig toe te geven dat ik hem niet begreep. Ik kende hem, zoals ik Telaga Hideung kende - een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.'
Het gaat natuurlijk ook over de tegenstelling tussen 'inlanders' en Hollanders. Oeroeg is zich bewust van het verschil, en terwijl hij opgroeit gaat hij daar op verschillende manieren mee om. Lang weigert hij Nederlands te praten of is er in ieder geval heel verlegen bij, maar halverwege praat hij alleen nog maar Nederlands. Er is ook een periode dat hij aansluiting zoekt (en vindt) bij de halfbloeden waar hij eerder op neerkeek. Uiteindelijk zien we hem opgenomen in en deelnemend aan de 'Mohammedaanse' gemeenschap. Alleen Lida lijkt als Hollandse geïntegreerd te zijn in die gemeenschap.
Tot slot gaat het ook over het verloren gaan van een vaderland, van de plek waar je opgegroeid bent en aan gehecht bent. 'Het landschap dat zich bij de kromming van de weg voor mij uitstrekte, kende ik zelfs niet uit angstdromen. De zwartgeblakerde heuvelkammen waren spookachtig naakt. De truck reed omhoog langs de weg als tussen de ribben van een geweldig kadaver.' Zelfs het huis staat er niet meer. 'Ben ik voorgoed een vreemde in het land van mijn geboorte, op de grond vanwaar ik niet verplant wil zijn? De tijd zal het leren.' Hoewel de novelle en zeker het einde me en triest gevoel geven, biedt de laatste zin nog hoop. Het zou ook goed kunnen komen tussen de ik-figuur en zijn geboorteland (maar dan moet er nog veel gebeuren).

donderdag 18 april 2013

In de mist van het Schimmenrijk van Willem Frederik Hermans

In de Mist van het Schimmenrijk vind ik een stuk toegankelijker dan Het Behouden Huis. Soms lijkt de oorlog meer het decor voor het verhaal over de relatie tussen Karel en Madelon, maar uiteindelijk gaat het toch echt over de oorlog. Net als in De Donkere Kamer van Damocles zie ik een student die een verzetsdaad heeft gepleegd, bij wil dragen aan het verzet, maar daar niet heel structureel of met een visie mee bezig is. In DKvD is het nog allesoverheersend, hier lijkt het meer een van die dingen te zijn die bij je leven horen. Karel schrijft zelf in zijn dagboek: ‘Het is een beetje dilettantisch ... Toch is het opwindend genoeg om mij in beweging te houden en me te behoeden voor een slecht geweten.’
Ik vind het minder wrang dan Het Behouden Huis maar er is cynisme genoeg, bijvoorbeeld: ‘Alle goede vaderlanders begonnen te schreeuwen: Houdt de dief! ...’ als vriend Douwe vlucht voor de Duitsers na zijn verzetsdaad en een fiets steelt om weg te kunnen komen.

Korte inkijkjes, schetsjes van hoe mensen de oorlog meemaken (Vader van Madelon geïnterneerd door de Japanners, Olaf die zijn ouders en broertje is verloren aan het transport naar Polen, Rudie (eigenlijk een heel aardige jongen) die fan van Hitler was maar toch uit de fabriek in Duitsland is gevlucht.

Douwe praatte over het elimineren van mensen die niet deugden voor de heilstaat. 'Als je vroeg waarom dat nodig was, als je zei: Alle revoluties hebben iedereen die zogenaamd niet deugde tegen het muurtje gezet en wat is de wereld ermee opgeschoten?'

'Zal ik na de oorlog het doen van verboden dingen kunnen staken? Waarvoor werken? Ik zal altijd zonder kaartje in de trein zitten (wat is daarvan het risico vergeleken met dat wat nu een jood met een vals persoonsbewijs loopt?)...'

Zou wat Madelon aan het einde tegen Karel zegt, een nuancering voor het cynisme zijn? 'Och Karel, eigenlijk ben je zo goed, soms wil je alleen het slechtste, het allerslechtste in de mensen zien, maar je meent het niet. ...'

Er zit een kleine maar opvallende rol voor de waarzegster in.

En dan is er nog het verhaaltje over de gier dat Karel vertelt aan twee jongens op een onderduikadres. Ilonka, lievelingsgier, die doet denken aan de reclame van een levensverzekeringsmaatschappij (waar Karel niet verzekerd is). Ilonka voedt zich met Karels hersenen, en pikt ten slotte zijn ogen uit. Toch heeft hij de gier innig lief. 'Ik ben tevreden met mijn lot.'

dinsdag 16 april 2013

Maanlicht van Hella S. Haasse

Ik kan genieten van de taal van Haasse. Maar ik houd minder van het mysterieuze, bovenwerkelijke van deze verhalen. Ik heb dan ook alleen de eerste twee verhalen gelezen. Ook het spannende, agressieve, bijvoorbeeld van de hazewindhond in het huis in Amsterdam (titelverhaal) spreekt mij niet aan.
Dit is voor mij een boek wat ik uit de kast kan pakken om er zomaar wat zinnen in te lezen. Lekker eigenlijk, ik heb niet de neiging het verhaal uit te lezen, want daar kan ik toch niet zo veel mee, maar kan gewoon genieten van de zinnen.


zondag 14 april 2013

Het behouden huis van Willem Frederik Hermans

'Wat maakt oorlog voor verschil?' De novelle laat de absurditeit van de oorlog zien, door de hoofdpersooon die in gedachte afstand neemt van de oorlog, doet alsof die er niet is, terwijl hij er middenin zit. Maar ook door zaken als dat de partisanen elkaar niet begrijpen. De hoofdpersoon begrijpt  zelfs sommige bevelen niet, maar dat maakt hem niet uit, hij bedenkt gaandeweg wel wat zijn opdracht geweest zal zijn. Zo komt hij ook in het huis terecht.
Het maakt ook niet uit wie er aan de macht is. Eigenlijk wel, de chaos komt weer in alle hevigheid terug als de partisanen het stadje en het huis heroveren. Het is ook maar de vraag of de novelle de absurditeit van de oorlog laat zien, of meer de absurditeit van het leven, de maatschappij. Zie ook het eerste citaat, en: 'Als mensen geen gevoel hadden, dan zou er al veel in de vwereld verbeterd zijn. ... Ze zouden doodbloeden zonder dat ze het voelden, glimlachend.' [Spoilers ahead]


In het huis is de oorlog ver weg. Er staat weliswaar soep die in haast achter gelaten moet zijn en de elektriciteit doet het niet, maar dat is het wel zo'n beetje. De hoofdpersoon trekt zijn uniform uit en gaat in bad. Een grote tegenstelling met wat zich daarvoor heeft afgespeeld: hij had continu dorst.
Dat verandert enigszins als de Duitsers terugkomen in de stad en inkwartieren in het huis. Maar eigenlijk verloopt dat ook netjes op één incident na. Dan komen de eigenaars terug. Ondertussen verliezen de Duitsers. De hoofdpersoon vermoordt de man en vrouw. Hij vindt vervolgens een oude man in de kamer die al die tijd op slot is geweest. Er blijkt een enorm aquarium met vissen te staan. Dan komt de Duitse kolonel vertellen dat de Bolsjewisten de stad hebben ingesloten. De hoofdpersoon trekt zijn -overigens Russische- uniform weer aan. Hij probeert de kolonel en de oude man te redden. De kolonel mag zich echter niet scheren. De kolonel heeft dat eerder aangemerkt als kenmerk van cultuur: dat hij zich altijd geschoren heeft.
Het is vergeefs, de partisanen komen het huis binnen, vernielen alles en vermoorden de man en de kolonel op gruwelijke wijze. Als ze wegmacheren steelt de hoofdpersoon camera's en horloge van de door hem vermoorde eigenaar en sluit zich aan bij de groep.



Een kater in blik van A.L. Schneiders

Het decor maakt het boek onwerkelijk. Het komt behoorlijk dicht bij de werkelijkheid, maar het is net te absurd. Toch? Het wordt met enige afstand beschreven. De beschouwingen zijn vermakelijk. Het boek heeft iets Kafkaïaans. Waarin de staat vervangen is door het concern en de gevangene door werknemer. Hoewel ik wel vind dat Alfred als held van dit verhaal wel meer initiatief mag tonen om te ontsnappen. De kansen zijn er. [Spoilers ahead]


Wil hij dat wel echt ontsnappen? Nee. Hij laat zich gevangen vanwege het geld, gaat dan weer wel-dan weer niet serieus voor zijn alternatief:
Amerika het droomland.
Leraar worden in plaats van "radertje in de machinerie van een van die grotere organisaties". Hij zoekt er vrijheid, duidelijkheid en veiligheid.

Het eindigt eigenlijk zoals het begint, en Alfred lijkt er vrede mee te hebben. Het avontuur waar hij zich op verheugd had, laat hij glippen als blijkt dat hij toch niet ontslagen wordt. Zelf het avontuur opzoeken en ontslag nemen doet hij niet. Hij zit daar weer op de qualityfloor en vindt het wel best. Hij heeft dit keer zelfs iets meer te doen, hoera. Misschien heeft hij er wel voldoende vrijheid en veiligheid.
Hoewel hij zich ook wel afvraagt of dit de realiteit is. Onderstaand gesprek vindt plaats in vervolg op een gesprek over abstractie/realiteit naar aanleiding van de tekeningen van meneer Meier.

" 'Maar wat noemt u dan realiteit, mijnheer Meier? Ons drieën hier op qualityfloor bij voorbeeld, noemt u dat realiteit?'
'Nee, natuurlijk niet,'bromde hij. 'Dit is geen echt voorbeeld, dat weet u zelf ook wel. Misschien is het uw realiteit, maar de mijne zeer zeker niet, enfin, dat zult u binnenkort wel merken.' "

Eerder in dat hoofdstuk: "Maar gelukkig is er nog het mooie uitzich om ons niet helemaal het contact met de wekelijkheid te doen verliezen."

Het doet me ook een beetje aan Blokken, Knorrende Beesten en Bint denken, vooral qua sfeer denk ik.

donderdag 4 april 2013

Een schitterend gebrek van Arthur Japin

Mooi boek met historisch decor. Dat is niet mijn favoriete genre en dit boek is daar geen uitzondering op. Niet meer en niet minder. Absolute aanrader om de eerste bladzijde nog eens te lezen nadat je het boek uit hebt gelezen. De vertelstijl is prettig, maakt dat ik me in kan leven in haar. En het begint (chronologisch dan) natuurlijk met een mooi verhaal. Verder lekker 'filosofisch' ook:
-Tolerantie is iets anders dan acceptatie. Onder tolerantie schuilt dreiging: de stemming kan ieder moment omslaan.
-"De rede biedt ons vele mogelijkheden tegelijk. De intuïtie kiest daaruit feilloos de beste." Lucia groeit op in de natuur en dat is voldoende, geeft haar alle antwoorden. Later komt ze in aanraking met een groep vrouwen die volledig voor de rede gaat, en vervolgens de vrouw van dit citaat.
-Om gelukkig te worden, moet je liefde geven.
En natuurlijk de Leidsche Fles, een soort batterij. [Spoilers ahead]


Hoewel het mooie verhaal waar het mee begint, niet het einde krijgt wat je droomt, is er toch een mooi einde, en is het verloop van het eerste verhaal ook wel mooi en eerlijk. Pijnlijk wel, dat haar uiterlijk en hun geschiedenis tussen hen in staat terwijl ze wel van en met elkaar kunnen genieten, duidelijk aan elkaar gewaagd zijn zo lang ze het niet allebei weten. Precies genoeg toeval in dit verhaal wat mij betreft: ze vinden elkaar weer, maar toch niet echt (en anders was het ook geen boek geworden). En zij raakt zwanger, maar misschien niet van hem (misschien ook wel). Wordt geen drama van gemaakt, prima.

vrijdag 29 maart 2013

De verrekijker van Kees van Kooten

Een lekker boekie. Ik vind het leuk wat hij met taal en fantasie doet, en hoe hij een inkijkje in zijn leven geeft. Al weet je niet zeker of daar ook niet fantasie bij zit, een sausje overheen zit. Het maakt hoe dan ook een oprechte indruk. Het is niet groots of meeslepend, het kabbelt een beetje voort, met af en toe een min of meer overbodig actueel grapje alsof hij wil bewijzen dat het allemaal heel spontaan is. Maar Van Kooten kan dat goed, en het heeft ook iets schattigs.
En het is heerlijk om even een beetje meegevoerd te worden in zijn liefde voor bepaalde boeken, voor lezen, en voor schrijvers.


Van Kooten neemt ons mee in zijn zoektocht naar het verhaal achter de verrekijker van zijn vader. Het lijkt erop dat zijn vader die onrechtmatig gevorderd en gehouden heeft. Maar dat zou zijn vader nooit doen, toch? Het is de rode draad waar allerlei andere verhaaltjes aan vastzitten: fantasietjes over hoe het gegaan zou kunnen zijn, wat mooie verklaringen zouden zijn, over zijn diensttijd, hoe zijn vader met de oorlog omging toen die al lang was afgelopen, over zijn jeugd, over lezen en schrijvers, over ouder worden en vergeten, en de andere rode draad: opruimen.

maandag 25 maart 2013

Het volgende verhaal

Ik was vergeten hoe gaaf deze novelle is. Heb het eerste deel al hometrainend herlezen en het tweede deel voornamelijk in de trein (ik moest naar Utrecht vandaag). Een oud-leraar oude talen die vanuit een onwerkelijke situatie terugkijkt op zijn verhouding met een collega (lerares biologie), die toen getrouwd was met een andere collega die een verhouding had met een briljante leerling (op wie de leraar oude talen naar eigen zeggen niet verliefd was, maar die wel zijn lievelingsleerling was).
Het zijn de decors voor schitterende zinnen, dialogen, en een constructie over het schrijverschap waar je u tegen zegt. Jammer dat ik nauwelijk klassieken heb gelezen, het is doorspekt met expliciete verwijzingen en ongetwijfeld met wat implicietere. De scenes die hij voor de klas speelt doen me aan de passie Staals denken, tot hij als Socrates de gifbeker leegdrinkt.

Socrates en dr. Strabo die allebei de wereld beschouwen en dan ook nog voyager.

Tijd en herinnering.

To be continued.

zondag 24 maart 2013

Suezkade van Jan Siebelink

Voorin staat:

juni 2010
Schitterend boek, heerlijk om te lezen.
Het is moeilijk Marc te doorgronden. Vaak lijkt hij het totaal niet belangrijk te vinden wat anderen van hem denken. Hij leeft ook heel vaak in zijn eigen wereld, doet zijn eigen dingen op zijn manier zonder zich iets aan te trekken van regels of wensen van anderen. Tegelijkertijd is hij heel sociaal, vriendelijk en lief.
Waarom Nojoua anorexia ontwikkeld is voor mij onduidelijk. Ze is vrolijk en haar genegenheid voor Marc wordt door hem ruimschoots beantwoord. Het is niet een worsteling of deze "verhouding" met haar leraar wel door de beugel kan. Ook van problemen met andere kindren merk je niets. Wel dat ze wienig vriendinnen heeft, maar niet dat ze daar last van heeft. Dat is misschien wel het probleem.
Marcs vragen rond zijn moeder deelt hij met niemand. Dat moet eenzaam zijn en voelt als een gemis.
Verder valt op dat er weinig gelukkige voortdurende relaties voorkomen. En wat is er toch met die (voormalige) rector die van gokken en hoeren houden, fatalistisch gedrag vertonen?
Ondanks het nare morbide einde, een positieve hoopgevende epiloog. Dat vind ik prettig.


2013: Wat is het toch met katten die op een gruwelijke manier behandeld worden? In dit boek aan het einde: vermoord, gescalpeerd; in een van de boeken van Roosenboom aan het begin als ze bij een kat notendoppen onder zijn poten branden en op het ijs zetten; in Post Mortem als ze een kat op het hete asfalt gooien (oid). Brrr.

Het verboden rijk van Slauerhoff

Voorin staat:



okt 2009
Het leest niet makkelijk weg maar boeit toch voldoende om de neiging het niet uit te lezen, te onderdrukken. Ik houd niet van boeken die naar mijn mening onvoldoende uitleggen (misschien lees ik niet goed). Waar ligt Lian Po, waar ligt Malakka? Zitten de Portugezen daar, en als wat dan? Veel scheepstermen ook. Adellijke verhoudingen zijn me ook niet duidelijk. Daarnaast: slechts enkele puzzelstukjes vallen op hun plaats als ik het hoofdstuk van de marconist lees.
En toch heb ik het uitgelezen. Het maakt blijkbaar toch nieuwsgierig of misschien zijn het gewoon mooie zinnen.

De gelukkige klas van Theo Thijssen

Voorin staat:

Augustus-September 2008
Gelezen Champagne, Frankrijk.
Heel veel geveurt er niet, maar het boeit toch. Je kunt lekker meeleven met die goede meester. Gaf me ook een Ot&Sien-gevoel.

Postkoetsen en mannen

Ik heb een Italiaanse postkoets en een Friese postkoets, van resp. Aafjes en De Vries. Ik moet de laatste nog lezen dus ik kan er verder niet zo veel over zeggen.

Hetzelfde geldt voor De vierde man van Reve en De derde man van Graham Greene.

zaterdag 23 maart 2013

Acte van verlating van Lévi Weemoedt

Ik dacht altijd dat het zware diepgravende poezie was, waarschijnlijk door de titel en de naam van de schrijver. Ik heb het niet allemaal gelezen, maar wat ik gelezen heb, is eerder column-achtig en sowieso geen poezie. Vrolijk is het ook weer niet, dat niet.
Het eerte verhaal gaat over de Gorzen in Schiedam. Het gaat over de somberheid van de wijk en vooral over de rommelmarkt van Toontje, 'het negatief van een museum. Alle onbelangrijke stijlen en tijdperken uit de recente kunstgeschiedenis zijn hier bijeengebracht ...'

vrijdag 22 maart 2013

Dorst van Esther Gerritsen

Fijn boek met leuke conversaties. Vreemde hoofdpersonen wel. Elisabeth lijkt een beetje autistisch, die suggestie wordt al vrij snel in het boek gegeven en dan zie je er ook allerlei aanwijzingen voor. Ik vind overigens het negatieve oordeel over Elisabeth die op straat aan haar dochter vertelt dat ze doodgaat, onbegrijpelijk. Alsof er een goed moment voor is, alsof er een goede manier voor is. Alsof je het zelf niet moeilijk hebt op zo'n moment -het is niet dat je zoiets kunt oefenen of leert op school of zo. Bovendien hebben moeder en dochter nou eenmaal geen normale relatie.
In een recensie las ik dat Miriam de enige normale persoon in het boek is. Dat vind ik niet. Zij is een van de mensen die Elisabeth zo hard veroordeelt. Het lijkt mij een beetje zo'n zelfgebreid type, maar goed. Ik denk dat Martin (Elisabeths baas) de enige normale is.

Dat je als moeder niet blij bent met je kind, het ongemakkelijk vindt dat ze er is (het beeld van een conversatie voeren bij de kapper terwijl de volgende klant binnen gehoorafstand zit), dat je je stoort aan alles wat ze beschadigt, is natuurlijk vreemd. Toch heeft Elisabeth goede bedoelingen, die niet worden herkend, waarbij ze ook niet geholpen wordt. Behalve dan dat het niet zo'n rare oplossing was dat Coco niet bij haar bleef wonen.
Dat je als dochter met zo'n moeder en een altijd werkende en in je vroege jeugd drinkende vader niet helemaal normaal wordt, snap ik ook wel. Ik vind het aandoenlijk hoe ze toch probeert er voor haar moeder te zijn en een band op te zoeken. Ik zou niet weten hoe je het anders moet doen. Veel eten, drank en seksuele uitspattingen zijn een keerzijde. Hoewel er op het eerste gezicht wat mij betreft niet zo veel mis is met die seksuele uitspattingen, ze lijkt niemand kwaad te doen, behalve zichzelf en dat is er wel mis mee.
Ze stelt zich heel afhankelijk op van Hans en wil hem graag tevreden houden, is daar bewust mee bezig. Als je ouders vroeger niet echt van je hielden of dat niet lieten zien, logisch gedrag.

Het opsluiten is een flink thema. Is het toeval dat Elisabeth Coco weer opsluit als de kapper komt? Ze weet niet dat de kapper komt, maar toch.

Ik hoorde Esther Gerritsen in een interview zeggen dat ze eigenlijk wilde beginnen met de dood van Elisabeth. 'Ik ben zojuist dood gegaan.'  En dat dan in de hemel alle spullen weer heel zijn.

Een paar opmerkelijke quotes en niet-quotes:

de vis en het viswijf  (en de hond)

" '... maar zelf herken je je dus niet in het beeld van een autist?' ...
'Ik kan me heel goed in een ander verplaatsen.'
'Dat denk je?'
'Dat denk jij toch ook?'

"Ze bestelt brood met warm vlees en pindasaus. Alles is water. Ze proeft het en ze snapt het. Natuurlijk. WE moeten de smaak erbij verzinnen, dat moeten we zelf doen."

Praten in aaba-schema's. "Jij, jij, jij ben mijn lief, jij."

donderdag 21 maart 2013

Blokken, Knorrende beesten en Bint van Bordewijk

Onderkoeld geschreven, clean. Dat is tenminste de indruk die achterblijft. Toch kom je op de eerste bladzijde al zinnen tegen als: 'Daar waar de mens nog geen macht had leefde de romantiek, wild en vertoornd in haar zege. De stormwolken gingen geweldig, fregatten van de nacht, óverbespannen met zeil.' ...'Er was geen enkel licht op de aarde, en de maan werd overwoekerd.'
Veel pantervellen ook: 'De aarde lag bepanterd met wit en zwart, ...'



Blokken heeft ook wel veel indruk gemaakt: ik heb een paar nachten na het lezen gedroomd dat ik onderdeel was van een massa die oorlog moest gaan voeren. Wat mijn plannen waren, deed er niet toe. Ik, nee niet ik, maar we moesten blij zijn dat we gingen. Dat ik niet zo heel blij was, was niet erg, de massa waar ik onderdeel van was, was blijkbaar blij genoeg.
Er zitten leuke details in zoals het bestaan van de kunstmatige luchtspiegeling (een anonieme uitvinding). Techniek speelt enerzijds een grote rol: een luchtschip dat een stad boven de stad vormt, maar steden zijn gebouwd rondom de voetganger, niet de auto. (terwijl in Knorrende beesten de auto's een hoofdrol spelen).
Het bevat enkele -voor mij- onbegrijpelijke statements: 'Het cijfer verbeeldt geen afmetingen.'

Knorrende beesten was vermakelijk, vaak raak, soms snapte ik het niet. Het heeft een soort tegenstelling in zich: de cleane taal die auto's als levende wezens beschrijft. Tegelijkertijd wordt de schoonmaakster primair als 'het dweiltje' beschreven. Later volgen overigens wel persoonlijke, menselijke beschrijvingen. Voor mij zijn de hoofdstukken meer aparte verhalen met een onderling verband dan één verhaal.

Bint lijkt wat dichterbij te komen, wat menselijker te zijn. Waarschijnlijk omdat het vanuit een persoon wordt geschreven, leraar De Bree (die eigenlijk maar tijdelijk leraar zou zijn). Maar echt dichtbij komt het niet. Het systeem is allesoverheersend en roept weinig empathie op. Individuen worden wel beschreven, maar vooral als onderdeel van de klas. Persoonlijk contact moet vermeden worden, en hoewel De Bree ermee worstelt, streeft hij het vermijden wel na.

Socialisme, klassenstrijd en -ongelijkheid, communisme vormen een belangrijk thema. Blokken gaat over een   communistische heilstaat. (ik weet niet of communisme de juiste term is in deze, ik ken de details van de verschillende ideologieën niet goed genoeg). In Knorrende beesten wordt onderscheid gemaakt tussen kleine wagens van het volk en grote wagens.


vrijdag 15 maart 2013

Post Mortem van Peter Terrin

Mooi boek, dat me bezig houdt, me aan het puzzelen en denken zet. Fijn -clean- taalgebruik. Lekker ingewikkelde constructie. Hij pakt je een paar keer als lezer. Als hij zegt dat een opening met prikkende ogen door shampoo toch niet serieus (oid) genomen zou worden door lezers. Ik voelde me stoer, want ik was wat sceptisch in het begin. Maar het is eigenlijk een mooie manier om zijn meneer de uil te introduceren en ook de plastic kikkers. Spelen niet zo'n grote rol, maar bv. die kikker geeft je verderop wel echt het gevoel het gezin te kennen. Tereza ken ik eigenlijk niet zo goed, maar het gezinnetje wel voor mijn gevoel.

Steegman is onzeker over veel dingen in zijn dagelijkse leven. Het wordt niet uitvergroot in het boek en dat maakt het herkenbaar. [Spoilers ahead] En hij pakt me als hij zegt dat het een boek moet worden/wordt dat je meteen na het uitlezen weer opnieuw leest om te kijken of je iets gemist hebt. Ik wist toen al dat hij gelijk zou hebben. Wie is nou echt aan het woord? Wie zegt wat? Wat is echt in het verhaal en wat is het verhaal in het verhaal? Tja, wat is uberhaupt echt? Wie is wie? Steegman, T, de biograaf? Passend motto ook van Hermans: 'We zijn niet wie we zijn, we zijn wat de wereld van ons weet...' Soms kwam het verhaal van Verbeke over de biograaf in mijn hoofd. En ik moest aan 'Tonio' denken. Renée (die op zeer jonge leeftijd een herseninfarct krijgt) gaat niet dood, maar dat weet je dan nog niet. En de beschrijvingen van een vader over zijn kind roepen de gedachten aan Tonio op. Beschrijvingen, beelden spelen een mooie rol. Volgen we eerst Steegman als ik-figuur, later is hij vooral cameraman. We krijgen beschreven wat hij gefilmd heeft. Zelf wil hij niet gefilmd worden, 'zien' we in een filmpje. Is het hetzelfde als T? Het maakt me overigens flink benieuwd naar Peter Terrin himself. Is hij  zo geheimzinnig als T? Is hij T? Ik wil nu ook 'De bewaker' lezen. Slim! Mooi wel dat hij nu ook zijn prijs te pakken heeft, en gezien het aantal herdrukken in korte tijd (1e druk mei 2012, 5e nov 2012) ook een bestseller. Steegman heeft T(errin) net als in het boek succes gegeven. Er is nog zoveel meer, ik snak naar een excel-sheet. O ja, want er is ook nog 'De moordenaar', het boek van Steegman met die 'krankzinnige maatregel'. Zou hij Sandra vermoord hebben?
Waar ik niet zoveel mee kan is 'uiteindelijk kiest het verhaal jou uit'. Dat voelt gewoon niet zo. Misschien toch nog iets gemist : )


Wat is het toch met katten die op een gruwelijke manier behandeld worden? In dit boek als ze een kat op het hete asfalt gooien (oid). In Suezkade van Siebelink aan het einde: vermoord, gescalpeerd; in een van de boeken van Roosenboom aan het begin als ze bij een kat notendoppen onder zijn poten branden en op het ijs zetten. Brrr.

zondag 10 maart 2013

Beatrijs van Boutens

Het leest makkelijk weg door het ritme en de rijm. Ik was niet echt van plan het uit te lezen, maar het ging zo makkelijk. Fijn is dat. : )

Wikipedia: "(1870-1943) ... Zijn eerste werk was geïnspireerd door de Verzen van Herman Gorter. Naast de invloeden van de Tachtigers gebruikte Boutens ook Plato,Sappho en de Bijbel als inspiratiebron. Zijn stijl is gebaseerd op het idee van het bereiken van een "hogere werkelijkheid", in Boutens' visie een die "Gods geheim" zou benaderen." Er was tijdens het lezen idd een zweem van herkenning van Gorter. Ik vind Gorter fijner, maar ik moest wel aan hem denken.
Het is een toegankelijk verhaal. De vrome Beatrijs doet haar eenvoudige werk in het klooster met toewijding. Dan ontmoet ze een ridder, verlaat het klooster in de nacht iom Maria die zolang voor haar waarneemt. Na een tijd keert ze terug naar het klooster en kan Maria weer plaatsnemen op haar sokkel. Pas als de ridder aan het einde van het verhaal komt vragen of hij naast Beatrijs begraven mag worden snapt men het. Ah (zonder cynisme).

Dit is van zuster Beatrijs,
Van vordat zij herboren werd
Als rijzige roos van ‘t Paradijs
Naast aan Maria’s hart.



Adam's vijfde rib van Paul Guermonprez

Het duurt lang voor ik een positief citaat vind. Blaise Pascal verlost: "Wie twijfelt nog, of wij voor iets anders ter wereld komen dan voor de liefde? Hoe goed men zich ook verbergt, men ontkomt er toch niet aan."

Direct eronder een grappige van Jean de la Bruyère: "Vrouwen zijn uitersten, zij zijn òf beter, of slechter dan de mannen."

Eerder zijn de citaten van Martin Luther me tegengevallen: "Er is geen kleed, dat een vrouw of meisje slechter staat dan dat der geleerdheid." Het zal wel niet King geweest zijn, maar die andere, maar dan nog.

Een boekje van den wijn van Jo Spies

"Er was eens een koning wiens rijk zoo groot was dat men er apen, ezels en olifanten in aantrof en dat hij iederen dag versche spinazie kon eten uit een andere provincie."
I'm impressed with a smile :)

maandag 25 februari 2013

Hond zonder naam van Verbeke

Het blijkt al snel over de baasjes van Jezus te gaan (hond zonder naam, zou dat naar Jahweh verwijzen of ga ik nu te ver?). Het zijn cokesnuivende mensen met een weinig verheffend leven, waar zij nog wel aan wil ontsnappen. Hoewel we ook wel een sombere cynische kijk van haar op het leven zien: " Er bestaat geen elders waar het beter is" Met Jezus loopt het niet goed af, of misschien eigenlijk wel. Hij kiest er zelf voor en heeft zijn afscheidsbrief per slot van rekening al geschreven in het eerste verhaal.

Een paar losse opmerkingen:

'Samen kijken ze naar de voeten. In rust zijn ze haast volledig gestrekt' die herken ik van Nathalia.

"'Jij hebt de langste kuiten die ik ooit heb gezien', zegt hij. (...) 'Mijn zwarte hyena.' Hij richt zich weer naar het scherm.
'Hyena?' vraagt ze. Steve is dertien jaar ouder dan zij, maar minder verstandig. Hij bedoelt gazelle.
'Of hoe heet dat?' zegt hij. 'Okapi?'
Grappig toch? En het doet me ook aan dit fragment van Bertus Aafjes denken. Er zitten wel meer leuke stukjes in.

'Ze heeft nooit hoogte van deze Schnauzer kunnen krijgen.' Er zijn wel meer mensen die daar moeite mee hebben. :-)



zondag 24 februari 2013

Pionier van Annelies Verbeke

Beetje te voorspelbaar. Briljant of gek? Een ontdekking van een arts die niet geloofd wordt, en die uiteindelijk naar een gekkenhuis wordt afgevoerd. Geloofwaardige ontdekking op hoofdlijnen, maar 'lijkstof'?
Hij werpt nog wel een interessante vraag op: "Zouden ze me wel geloven als ze me zouden mogen? Hadden we dan al die levens kunnen redden?" Pijnlijke vraag tenzij gesteld door een gek, of eigenlijk altijd pijnlijk.

Nu moet ik nog opzoeken of Semmelweis echt bestaan heeft.
Edit 25-2: Ja, en het verhaal blijkt gebaseerd op zijn levensloop (als Wikipedia het bij het rechte eind heeft): Ignác Fülöp Semmelweis (1818 – 1865) was een Hongaarse arts in het Keizerrijk Oostenrijk. Hij staat tegenwoordig bekend als de vader van de antiseptische methode.
En vandaag erachter gekomen dat hij ook figureert in een van de andere verhalen. De biograaf uit het verhaal met de titel 'Biograaf' had een goed onthaalde maar slecht verkopende biografie over hem geschreven.


dinsdag 19 februari 2013

Veronderstellingen van Annelies Verbeke

Gekregen van Joost en Arjan omdat ze kwamen eten.
Meteen 's avonds het eerste verhaal gelezen. Nadat ik twee keer op het verkeerde been had gestaan, had ik het door. Briljante titel 'Hier waak ik'. En: 'Wat verwacht u dat ik doe? ... Opnieuw het hoofdpersonage worden in de grootste bestseller aller tijden?' Weer eentje in het rijtje Owen Meany. Maar deze is leuk. En deze ook.

maandag 18 februari 2013

De Italiaanse Postkoets van Bertus Aafjes

Wat mij betreft leuke en vermakelijke column-achtige verhaaltjes over Italie, Italianen en Rome. Fijn 'ouderwets', dat is misschien niet het goede woord; fijn uit een andere tijd. Wat daar leuk aan is, is dat het wat geschiedenis is, die dichtbij is.
Oa een positief stukje over de Nederlandse toerist, ook wel eens leuk.

En dit (p.80):
Is de Italiaanse vrouw als regel overduidelijk aanwezig, dit jaar is zij het ook nog in particularia. De mode wil dat zij dit jaar de Salomonitische tweelingen van de gazel zeer spits en gepronoceerd draagt, ongeveer als de zeemeermin op de Friese stoeltjesklok of het vrouwelijke boegbeeld op het Oudhollandse fregat. Zij geeft daarom haar twee gazellenjongen in de hoede van een zekere Peter Pan, een verre verwant van de grote god der herders, satyrs en nimfen en verkrijgbaar in iedere winkel als vooruitstrevende b.h.

Ik vind het leuk, maar ik snap het niet.

zondag 17 februari 2013

De donkere kamer van Damocles van Willem Frederik Hermans

Eindelijk deze klassieker gelezen. Tijdens het lezenvan het eerste stuk (voor de bevrijding) me meermaals afgevraagd waarom hij niet meer vragen stelde. Hoe hij wist dat het goed was wat hij deed, en dat wie hij vermoordde echt de slechten waren. Maar er werden ook niet veel vragen aan hem gesteld, alleen opdrachten gegeven.
Taal en stijl vind ik prettig. 
Ik ben eerlijk gezegd nog wel aan het nadenken waarom het de donkere kamer van Damocles heet. Donkere kamer snap ik, maar Damocles? Ik zie nergens verband met luxe en macht en een dreiging dat dat zomaar, bij het minste of geringste afgelopen kan zijn. Heb ik het spreekwoord niet goed begrepen of het boek niet? Of allebei?

Op http://www.willemfrederikhermans.nl/tekst/kooy003uitd01_01/kooy003uitd01_01_0004.htm vind ik onderstaande verklaring. Ik had mythe niet compleet genoeg in mijn hoofd.
In de Damokles-mythe keert het omkeringsmotief terug: het verhaal is een verhaal over rolomdraaiing. Een lagergeplaatste streeft ernaar van plaats te wisselen met een hogergeplaatste. Bekijkt men nu het boek van Hermans dan ziet men het volgende: er is een positief geschetst personage Dorbeck en een negatief geschetst personage Osewoudt. Zij zijn anti-dubbelgangers: de één is een soort held, de ander een schlemiel; de haarkleur van de een is donker, van de ander is licht. De Damokles-mythe spreekt van een lagergeplaatste die de positie van een hogergeplaatste wil innemen, wat hem (mogelijk) fataal wordt. In Hermans' boek wil de schlemiel de positie innemen van de heldhaftiger Dorbeck, wat hem fataal wordt. Zoals het Damokles lukt om voor een tijd Dionysius te zijn (hij mag op de troon zitten als koning), zo lukt het Osewoudt om voor een tijd de held uit te hangen en Dorbeck te zijn (te zien ook aan het feit dat Osewoudt tijdelijk identiek wordt aan Dorbeck doordat zijn haar geverfd wordt en hij actief is in het verzet).

vrijdag 1 februari 2013

Respect

Terwijl ik nadenk over respect voor springers
voor de trein
ja of nee?
Respectloze daad verdraagt geen respect
denk ik
denk ik ook
maar dat geldt niet voor haar
zij had het zwaar.

Over de doden niets dan goeds
maar een daad mag veroordeeld.
Het zou respectloos zijn
dat niet serieus te doen.

zondag 27 januari 2013

Verzamelde gedichten van Hans Lodeizen

Op 20 januari schreef ik op facebook:
"Zo, de boeken staan op de planken in de nieuwe indeling. ...
De conclusie is dat er nog ruimte is, en dat ik echt meer poëzie mag kopen. Ik heb genietend zitten lezen in de bundels die ik wel heb, en de poëzie-plank is nog niet halfvol. Iemand nog aanraders?"
Van Eva Lemaier kreeg ik de tip: Hans Lodeizen. Bij Van Stockum hadden ze hem niet (daar schaamde die mevrouw zich voor), bij Van Leeuwen ook niet (daar schaamde niemand zich). Besteld via Van Leeuwen en dit weekend opgehaald.

Een mooie strofe waar mijn oog op valt:

In de bedding
van je heupen wil ik slapen
door de hemel van je 
ogen bedekt


Op basis van wikipedia
Hans Lodeizen, 1924-1950
Tijdens zijn leven verscheen slechts één bundel: Het innerlijk behang (in 1950 uitgegeven (met het jaartal 1949)) door uitgeverij Van Oorschot
Het debuut van Lodeizen kenmerkt zich volgens criticus Rein Bloem "door een romantisch verlangen en de ontoereikendheid ervan. Het besef van 'deze wereld is niet de echte' doet wel een greep naar werelden van de droom, maar bereikbaar blijken deze niet. Deze melancholie heeft Lodeizen in een beperkt aantal motieven (tuin, haven, zee) uitgewerkt in een vrije versvorm, ..."
De associaties van Lodeizen noemt Bloem voor de Nederlandse poëzie omstreeks 1950 verrassend nieuw, al vindt hij het te ver gaan om in hem een voorloper te zien van de Vijftigers. Lodeizens poëzie was te veel een dagboek, een verslag van een ontoereikend bestaan (mede door zijn homoseksualiteit).

vrijdag 25 januari 2013

De hormoonfabriek van Saskia Goldschmidt



Vaak krijg ik het gevoel: verbitterde oude man die terugkijkt op zijn leven, blabla, jaja. Maar ik ben blijkbaar toch nieuwsgierig genoeg naar het verhaal en lees door. Het blijft oog-openend om te zien dat mensen die iets doen wat ik helemaal niet kan begrijpen, wat niet in mijn set normen en waarden past, dat doen met een passie of gevoel of overtuiging die ik wel begrijp. Als Motke zijn broer Aron naar de arts stuurt, en later om een hogere dosis vraagt, doet hij dat ook uit liefde voor zijn broer. Dat hij dit doet en niet anders handelt om zijn broer te helpen daar zitten ongetwijfeld die dingen achter die ik niet begrijp, maar de liefde is duidelijk een beweegreden en dat herken ik. En dat kan dus bestaan naast het feit dat hij diezelfde broer moeiteloos offert voor het bedrijf. De passie voor zijn bedrijf en drang om het groter te maken en te beschermen vind ik ook nog bewonderenswaardig. Het zijn alleen de keuzes die hij op basis daarvan maakt en de excuses die hij daarin vindt voor zijn gedrag die ik verwerpelijk vind.

En niet elke keuze die in het boek aan de kaak wordt gesteld, vind ik zo verwerpelijk. Dat hij naar Engeland vlucht met zijn gezin, daarmee mensen achterlatend, begrijp ik. Vind ik misschien zelfs wel het beste wat hij had kunnen doen. Dat hij vervolgens misschien meer had kunnen doen of ten minste dat proberen om achterblijvers te helpen is een punt.

Mooi vind ik dat Rivka na die ene goede nacht zich realiseert dat er (nog) niets veranderd is. Ze is gewoon blij dat de Motke van op wie ze verliefd werd nog ergens binnenin zit.

Klein inzichtje ook nav de dokter van Aron. Hij is blijkbaar maar al te opgelucht dat hij van Motke niets aan Levine mag vertellen en accepteert het verbod. Zo makkelijk kun je je dus als mens verschuilen.

Het boek wemelt van de cliche's, maar ja het gaat dan ook over het echte leven.

Wat ik ook wel boeiend vind is dat het speelt in de setting van de oorlog (en de jaren eromheen) maar dat het niet over de oorlog gaat.

En dan weer een toevalligheidje te veel naar mijn smaak:
Een verkrachtende en losbandig levende industrieel pikt tijdens een zakenreis een jong meisje op. Ondanks haar verzoek en zijn belofte om haar niet zwanger te maken, komt hij in haar klaar. Vervolgens sluipt hij de hotelkamer uit. Later komen we erachter dat het meisje zijn dochter was, het resultaat van een van zijn verkrachtingen, en dat hij die nacht ook zijn dochter zwanger heeft gemaakt.
Enige pluspunt voor het boek is dat er geen drama van gemaakt wordt. De hoofdpersonen zelf komen er niet achter. Het wordt bijna terloops gemeld.

woensdag 23 januari 2013

Een snik tot glimlach omgelogen

Opnieuw op zoek naar Lodeizen, kwam ik deze titel tegen. Die kan een rijtje vormen dus mocht ik hem kopen.

dinsdag 22 januari 2013

Maar zingend van Mark Boog

Ze hadden niets van Lodeizen bij de boekhandel. Daar schaamde die mevrouw zich een beetje voor. Wat ze wel hadden: 'Maar zingend' van Mark Boog. Het eerste gedicht uit de bundel:



Het volmaakte

Het volmaakte geluk,
waaraan slechts duur ontbrak,
dat onvolmaakt was,
schoot door het huis, gilde,

baande zich een weg naar de deur, brak uit
en zette alles, de heldere morgen,
op ontkiemen.

Het was lente, en het was vroeg, en jij
was dan de mooiste.
Vogels zogen zich vol van de muziek
die ergens vandaan kwam.

-------------------------------------

Mooi he? Ik was meteen verkocht. 'Het was lente, en het was vroeg, en jij / was dan de mooiste' Ja, dat had ik gezegd willen hebben, ooit. 'muziek / die ergens vandaan kwam' ook mooi. Geeft niet waar het vandaan kwam, het was er. En je kon je er vol van zuigen of in ieder geval de vogels.

zondag 20 januari 2013

Fuck de teacher van Siebelink

Pakkend kort verhaal, dat me een paar keer op het verkeerde been zet. Om te beginnen tot blijkt dat de ik-persoon een man is. Kan natuurlijk, dat een man aandacht heeft voor wat een collega aan heeft en er ook nog iets van vindt. 'Mooi' hoe hij af en toe delen van het lichaam beschrijft.
En heeft hij nou wel of niet iets met de rector?

zondag 13 januari 2013

Chaucer

Het interessantste trefwoord van ... blz. 141 van de Micropaedia Britannica

Chaucer, Jeffrey (1343?-1400) the outstanding English poet before Shakespeare and "the first finder of our language."

Schrijver van The Canterbury Tales

woensdag 9 januari 2013

Stipriaantje

Een stipriaantje is een stroopballetje en komt voor het eerst voor in 1899. Het woord, in ieder geval (vlgs de etymologische Van Dale) van het stroopballetje zelf weet ik het niet. Het is vernoemd naar de dokter van wie het recept was. Hij heette Van Stiprianus Luïscius. Mooi he?

Ik zocht eigenlijk 'stopcontact'. Maar dat blijkt niet in mijn zilveren Van Dale te staan.

zaterdag 5 januari 2013

Belgen zijn geen kaaskoppen, maar verdienen het wel

Waar wij Nederlanders ons (dagelijks) brood verdienen, verdienen Belgen blijkbaar kaas.

http://www.gva.be/archief/guid/konsalik-kon-strijd-om-erkenning-niet-winnen.aspx?artikel=3a752af6-17b7-11d5-8b00-0008c7eaa20b